Column: Stel jij jezelf als directeur wel eens de vraag waar écht jouw passie ligt?

Stel jij jezelf als directeur wel eens de vraag waar écht jouw passie ligt?

Het is nu bijna 20 jaar geleden dat mijn broer Jasper en ik besloten ons familiebedrijf weer terug te kopen. De familie Van Duuren was ook toen al ruim een eeuw werkzaam in de transportwereld, maar Jasper en ik waren door een samenloop van factoren een aantal jaren in de board van een grote logistieke firma terecht gekomen. En, ofschoon dat op zich heel mooi en interessant werk was, wij ontdekten dat we ons als managers bij een corporate niet volledig op onze plek voelden.

‘Wij zijn ondernemers, geen managers’ zeiden we tegen elkaar. Vervolgens was de beslissing snel genomen: We verlieten als goede vrienden onze werkgever en besloten tot de heroprichting van Van Duuren. In die 20 jaar zijn we enorm gegroeid, en daar wil ik in deze column eens bij stilstaan: het managen van interne groei.

Zeker als je directeur-eigenaar bent, heeft dat managen een aantal bijzondere kanten. Een daarvan is: leren loslaten. En dat is niet altijd makkelijk. Op een gegeven moment is je organisatie zo groot dat het niet meer wenselijk is dat je probeert alle touwtjes in handen te houden. Je moet dus op zoek naar toppers die je een aantal van die touwtjes toevertrouwt. En dan wordt het interessant. Wie zijn die toppers die je zoveel vertrouwen wilt en kunt geven? Eén van de dingen die ik in de loop der jaren heb geleerd is: trap niet in de val dat je een kopie van jezelf gaat zoeken. Je moet juist niet iemand zoeken met jouw profiel, maar iemand met competenties die jij minder hebt. Iemand die jou aanvult door nieuwe vaardigheden binnen te brengen in je bedrijf.

Op die manier kun je zelf nog sterker focussen op de dingen waar je zelf goed in bent. Ik hoorde eens een prachtige anekdote van de moeder van Jan des Bouvrie. Jan was als kind vreselijk dyslectisch, maar kon geweldig tekenen. Zijn moeder zei toen: ‘We kunnen twee dingen doen, ofwel gigantisch veel tijd besteden aan onderricht in lezen en schrijven, ofwel vol inzetten op de talenten waar je wél goed in bent, tekenen, creativiteit.’ Ze koos voor dat laatste, en the rest is history.

Voor mij betekent deze anekdote dat je ook als directeur altijd dichtbij de dingen moet blijven waar je eigen passie ligt. Ik noem dat vaak de dingen waar je staartje van gaat kwispelen. Voor mij is dat sales. Als ik anderen werkzaamheden kan toevertrouwen waar ik minder affiniteit mee heb, kan ik ook in een steeds grotere organisatie blijven focussen op de zaken waar ik het beste in ben: kansen benutten, het gesprek aangaan en zo waarde creëren voor de onderneming. Voor mij gaan die dingen eigenlijk vanzelf, vooral omdat ik ze zo leuk vind. Ik wissel regelmatig visitekaartjes uit bij de gate op het vliegveld. Ik hou van het gesprek en heb een intrinsieke motivatie om mensen te leren kennen en samen op zoek te gaan naar kansen om elkaar sterker te maken.

De kunst voor je organisatie is om op alle plekken mensen te hebben die doen waar hun staartje echt van gaat kwispelen. Het is een veelbesproken thema: Laat mensen doen waar hun passie ligt en ze gaan vliegen. Maar als directieleden vergeten we nog wel eens dat we ook onszelf op die manier moeten positioneren. Als we in de boardroom écht het lef hebben om los te laten én zorgen dat ook wij zelf doen waar we ’t best in zijn, wordt het ‘managen van groei’ opeens een stuk eenvoudiger!

Regelmatig schrijf ik een column over mijn ervaringen als oprichter en directeur van Van Duuren. Deze column is ook terug te vinden op onze social media. 
Vind jij het leuk om maandelijks mijn column te ontvangen? Laat dat weten via een mailtje naar: jeroen.van.duuren@vanduuren.nl en ik stuur ‘m voortaan naar je toe.